Een gemiddeld gezin heeft ruwweg 10 kwh per dag aan stroomverbruik. Stel dat datzelfde gezin ongeveer 10kWh gemiddeld opwekt met zonne-energie per dag. Dan zie je dat van die 10 kWh opgewekte energie ruwweg 30% in het huis achter blijft (3 kWh), dat stroomt dus rechtstreeks van de zonnepanelen naar de apparaten in de woning. De 7 kWh heb je dan zowel tekort als over. Tekort in de avond, als er geen zon is moet je dat kopen van het net, en overschot overdag als er niemand thuis is maar wel zon-productie.

Onder de salderingsregel mag je die energie met elkaar verrekenen. Dus ondanks dat je de stroom opwekt terwijl niemand erop zit te wachten, en stroom tekort hebt als de vraag piekt mag je die van elkaar aftrekken op je energierekening.

Dat is geen houdbare zaak. Groen opgewekte energie is geweldig en noodzakelijk voor een duurzame toekomst van onze maatschappij maar die energie komt en gaat op momenten dat het ons niet altijd uitkomt. Het is dus ook van belang dat de vraag naar energie wordt afgestemd op het aanbod en niet, zoals vroeger, andersom.

In de toekomst wordt de salderingsregeling versoberd. Teruggeleverde stroom heeft dan niet meer dezelfde waarde als stroom die je moet inkopen. Dat betekent dat er een financieel motief ontstaat om stroom tijdelijk op te slaan en te gebruiken wanneer het nodig is. Naar alle waarschijnlijkheid zal vanaf 2025 de eerste tranche van salderen afgebouwd worden met ongeveer 30%, vervolgens ongeveer 10% per jaar. Het opslaan van energie wordt dan dus van jaar op jaar aantrekkelijker.